Luchtverontreiniging aanpakken: Een stappenplan voor lokale besturen

Luchtverontreiniging aanpakken: Een stappenplan voor lokale besturen

Annemie Wynands, Vlaamse Milieumaatschappij

Luchtverontreiniging vormt een groot maatschappelijk probleem met een aanzienlijke impact op de gezondheid en het leefmilieu. Lokale besturen hebben de nodige bevoegdheden én de tools in handen om de luchtkwaliteit op hun grondgebied te verbeteren. Een lokaal luchtbeleidsplan vormt daarbij de rode draad. Een doordacht en gestructureerd plan verbindt de verschillende mogelijkheden en koppelt ze aan concrete maatregelen. De voordelen zijn legio: een boost voor de volksgezondheid, een vlottere mobiliteit, een aantrekkelijke leefomgeving en een stevige bijdrage aan de klimaatdoelstellingen. In dit artikel belichten we met de Vlaamse Milieumaatschappij de verschillende facetten van een lokaal luchtbeleidsplan. We zoomen in op succesfactoren en illustreren ze met inspirerende voorbeelden.

Stap 1: Voer een knelpuntenanalyse uit

Waar zitten de knelpunten? En hoe pak je die efficiënt aan? In eerste instantie ga je op het grondgebied na waar de luchtverontreiniging zich voordoet, hoe ernstig die is en wat de bronnen ervan zijn. Je kan hiervoor verschillende tools consulteren die je meer informatie geven over de lokale luchtkwaliteit. Op de VMM-website vind je modelkaarten voor Vlaanderen en kan je meetnetten bekijken[1]. Je kan ook zelf een modelering uitvoeren met CAR Vlaanderen[2]. Die gegevens zijn niet altijd even gemakkelijk te interpreteren en aan elkaar te koppelen. Daarom lanceert de VMM dit najaar een screeningstool, die je snel en eenvoudig een geïntegreerd beeld geeft van de lokale luchtkwaliteit op je grondgebied. De tool helpt je de oorzaken van luchtverontreiniging te achterhalen – zoals verkeer, industrie of nog een andere bron.

Bovendien kan je een beroep doen op de VMM om een meetcampagne uit te voeren. We adviseren over de optimale meetlocaties, meetmethoden en de frequentie. Daarnaast helpen we met de interpretatie van de meetresultaten. Een meetcampagne op maat toont je de exacte concentraties van vervuilende stoffen op een bepaalde locatie. Je hebt dan meteen ook een belangrijke voormeting om het effect van je beleid mee te staven. Gemeenten als Kortrijk, Harelbeke en Zwevegem voerden samen met de VMM NO2-metingen (stikstofdioxide) uit in het kader van het Gewestelijke Ruimtelijke uitvoeringsplan (GRUP) K-R8[3] om de leefbaarheid in de omgeving van Hoog Kortrijk en Kortrijk-Oost te verbeteren. De metingen brengen niet alleen de huidige situatie in kaart, je kan ze ook gebruiken om de impact van het GRUP op de NO2-concentraties te bepalen en nagaan waar milderende maatregelen nodig zijn. Je kan de meetwaarden aftoetsen tegen de Europese luchtkwaliteitsnormen, de WGO-advieswaarden of een eigen ambitieniveau.

Op Europees niveau werkt de VMM mee aan nieuwe, strengere Europese luchtkwaliteitsnormen, die meer aansluiten bij de advieswaarden van de Wereld Gezondheidsorganisatie. Deze nieuwe normen geven de lokale besturen een extra kapstok om lokaal beleid rond luchtkwaliteit te voeren. In een proefproject voerde de VMM samen met de stad Roeselare[4] een knelpuntanalyse uit in het kader van hun lokaal luchtbeleidsplan. De VMM bracht de luchtkwaliteit van het hele grondgebied in kaart. Bij de gedetecteerde knelpunten gingen we op zoek naar wat de mogelijke bron van de vervuiling was. Hiervoor gebruiken we een prototype van onze screeningstool en fijnmazige verkeersdata uit FLOMOVIA.

Een goede knelpuntanalyse vraagt een grondige en solide aanpak, want je brengt de luchtkwaliteit van het hele grondgebied in kaart samen met de bronnen van je gedetecteerde knelpunten. Daarmee leg je de basis om het luchtkwaliteitsbeleid uit te werken. Hoe beter je die onderbouwt, hoe groter de kans dat je effectief de nodige en juiste maatregelen neemt om luchtverontreiniging aan te pakken.
Een succesvol luchtbeleid is geen soloproject. Betrek daarom al in de beginfase relevante stakeholders, zoals belangengroepen en burgers. Zo krijg je waardevolle input over de knelpunten en betrek je hen in het hele proces. Dat vergroot het draagvlak aanzienlijk voor latere maatregelen.

Stap 2: Werk doelstellingen en maatregelen uit

In een volgende stap werk je doelstellingen en bijhorende maatregelen uit. We beperken ons in dit artikel tot de aanpak van wegverkeer en houtstook, de belangrijkste bronnen van lokale luchtverontreiniging. Lokale besturen hebben wel degelijk impact en bevoegdheid in deze problematiek. In deze fase van het beleidsproces is het ook erg belangrijk om burgers te betrekken. Daarmee vergroot je het draagvlak voor de nodige maatregelen.

Wegverkeer
De impact van wegverkeer op de luchtkwaliteit verminder je als lokale overheid met brongerichte maatregelen die de emissies reduceren. Dat kan gaan van het ontraden van autoverkeer tot stimulansen om alternatieve vervoersmiddelen te gebruiken, zoals wandelen, fietsen of het openbaar vervoer nemen. We noemen dat de modal shift. Daarbij voorzie je vlotte wandel- en fietsverbindingen, die veilig en aangenaam in gebruik zijn. Je kan ook inzetten op openbaar vervoer, door bijvoorbeeld mobiliteitsknooppunten te voorzien, waar passagiers makkelijk van het ene naar het andere transportmiddel kunnen overstappen. Het spreekt voor zich dat het alternatief veilig, vlot en betaalbaar is. Daarnaast kan je als lokaal bestuur ook inzetten op een goede ruimtelijke planning die een verplaatsing met de auto overbodig maakt. Creëer daarvoor een 15-minuten stad of wijk, waar alle essentiële voorzieningen zich binnen 15 minuten wandelen of fietsen van de woonplaats bevinden.
Als lokaal bestuur kan je er ook voor kiezen om milieuvriendelijke voertuigen[5] te promoten. Zo verminder je de schadelijke uitstoot van gemotoriseerd vervoer. Daarvoor kan je bijvoorbeeld een lage-emissiezone invoeren of publieke laadpalen voorzien. Daarbij is het belangrijk om als lokaal bestuur zelf het goede voorbeeld te geven en het wagenpark van de gemeente te vergroenen. De Ecoscore-website zet je daarvoor op de goede weg.

Een betere verkeersdoorstroming is een andere manier om schadelijke uitstoot van wagens te verminderen. Een aangepaste wegeninfrastructuur zorgt ervoor dat wagens zo min mogelijk moeten remmen en optrekken. Dat kan bijvoorbeeld met as-verschuivingen in plaats van verkeersremmers. Denk bovendien ook na over goederenvervoer op je grondgebied. Vrachtwagens weren in de stad of in woonkernen kan een effectieve maatregel zijn. De Vlaamse Overheid werkt momenteel een kader uit om zero-emissiebelevering mogelijk te maken.

De juiste maatregelen op de juiste plaats hebben niet alleen een positief effect op de luchtkwaliteit, maar ook op de algemene leefbaarheid van een stad of gemeente met impact op gezondheid, geluidshinder en voordelen voor het klimaat.

Houtstook
Om de uitstoot van ongezonde stoffen als fijn stof, PAK’s[6] en dioxines door houtstook te verminderen kan je als lokale overheid inzetten op sensibilisering. Mensen zijn zich er niet altijd van bewust dat houtstook schadelijk is voor de gezondheid en een negatief effect heeft op de luchtkwaliteit. Daarom is het belangrijk om hen hierover te informeren. Gebruik daarbij een positieve toon in je communicatie en ga dus niet met het vingertje wijzen. Wijs liever op de voordelen van niet of op de juiste manier te stoken. 
Naast sensibilisering vormt handhaving een belangrijke taak van een lokaal bestuur om de negatieve impact van houtstook aan te pakken. Zo geldt er een algemeen verbod op het verbranden van afval. Als lokaal bestuur kan je nog meer doen, zoals

  • een verbod op houtstook op windstille dagen opnemen in het politiereglement. 
  • een verbod op houtkachels bij het toekennen van vergunningen voor nieuwe wijken/verkavelingen. 
  • de leidraad met richtlijnen voor de correcte plaatsing van schouwen en ventilatie-openingen toepassen via de lokale stedenbouwkundige verordeningen en/of politiereglementen.
  • alternatieven voor kerstboomverbrandingen bedenken en verbrandingen niet meer toelaten. Zo werkte de gemeente Ranst samen met jeugdverenigingen een alternatieve kerstboomverhakseling uit waarbij de eigenaars van de bomen de houtsnippers in ruil kregen.
  • het gebruik van vuurkorven op winterfeesten verbieden. Er bestaan voldoende sfeervolle (en veilige!) alternatieven, zoals vuurschalen met led’s en waterdamp. 

Meer achtergrondinformatie, communicatiemateriaal en andere tools om je daar als lokaal bestuur bij te ondersteunen vind je via Hout het gezond op de VMM-website.

Stap 3: Evalueer de impact van de maatregelen

Een sterk luchtbeleidsplan stopt niet na de invoering. Het is cruciaal om de impact van maatregelen op de luchtkwaliteit te monitoren en bij te sturen waar nodig. Metingen zijn hierbij onmisbaar. Weet je niet goed waar te beginnen, dan geven we je graag advies over de verschillende types sensoren, meetopstellingen en belangrijke momenten in het meetproces. Zo adviseren we ook altijd om voor de introductie van maatregelen een nulmeting uit te voeren, zo heb je een referentiepunt om de impact van de maatregel te bepalen. Als vuistregel kan je uitgaan van 6 maanden meten voor én na je ingreep, zo kunnen andere factoren die de luchtkwaliteit bepalen – zoals het weer – mee in rekening gebracht worden. Visualiseer de vooruitgang, maak die concreet en zichtbaar voor de inwoners van je stad of gemeente om het effect van de maatregel aan te tonen.

In het kader van het Europese COMPAIR-project[7] rond burgerwetenschappen, hielp de VMM de gemeente Herzele bij het uitvoeren van luchtkwaliteitsmetingen om de impact van een schoolstraat na te gaan. Tegelijk onderzochten we de impact op de verkeerstromen in de ruimere omgeving.

Een schoolstraat vormt een veilige en gezonde schoolomgeving, dankzij verkeersvrije zones. Hoe werkt het? In de omgeving van de school wordt bij het begin en aan het einde van de schooldag de straat voor een halfuur afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Zo creëer je een veilige en aangename zone, waar kinderen en ouders zich te voet of met de fiets van en naar school kunnen begeven. Wie toch met de auto komt, kan zich iets verder reglementair parkeren en de laatste meters naar de schoolpoort te voet afleggen. Een win-win voor zowel de luchtkwaliteit en de verkeersveiligheid in schoolomgeving, met extra beweging voor jong en oud. Het is daarbij belangrijk om de verkeerstromen in de omgeving te monitoren. Zo kan je overlast op een andere locatie vermijden en aanpakken.
Onze participatieve aanpak in Herzele (1) toonde inwoners het effect van de schoolstraat op het lokale verkeer aan, (2) hertekende het lokale beleid met groter draagvlak voor de maatregelen dankzij actieve participatie van de buurtbewoners én (3) een groter bewustzijn versterkte de gedragsverandering bij de inwoners.

De invoer van circulatieplannen in stadscentra heeft niet enkel een impact op de luchtkwaliteit, maar ook op de verkeersveiligheid en leefbaarheid van een stad. De VMM ging zowel in Gent[8] als in Aalst[9] de impact van de circulatieplannen op de luchtkwaliteit na met metingen. Helaas werd in Aalst vooraf geen nulmeting uitgevoerd, waardoor we de exacte impact niet konden bepalen. In Gent daarentegen zagen we dankzij de invoering van het circulatieplan een daling van 18% in de stikstofwaarden (NO2). Over het algemeen verbetert de luchtkwaliteit, omdat het zoekverkeer vermindert en bestuurders minder kilometers afleggen in de stad. Hou er rekening mee dat er ook straten zijn waar de luchtkwaliteit lichtjes achteruit gaat, omdat het circulatieplan de wagens net langs deze straten stuurt. Daarom is het belangrijk om maatregelen doordacht uit te werken: welke straten ga je ontlasten en welke straten zijn meer geschikt om extra verkeer te verwerken?

De VMM werkt aan een scenariotool, waarmee lokale besturen op een eenvoudige manier de impact van maatregelen kunnen berekenen. De tool werkt op basis van modelkaarten en de verkeersdata uit FLOMOVIA. Je kan hem inzetten vóór, tijdens en na de invoer van maatregelen om de impact op de luchtkwaliteit mee te bepalen. De datavisualisaties ondersteunen je luchtbeleid.
Zo voerde de VMM samen met stad Roeselare een proefproject uit, in de voorbereiding van hun lokaal luchtbeleidsplan. Met een voorloper van onze scenariotool en CAR Vlaanderen gingen we na wat de impact op de luchtkwaliteit zou zijn. Samen met de stad Roeselare slaagden we erin het lokale beleid rond mobiliteit, klimaat en luchtkwaliteit te integreren. Uiteraard mét participatie van de inwoners. Wat blijkt? Lokale verbeteringen van de luchtkwaliteit tot wel 15% klinken misschien ambitieus, maar liggen wel binnen bereik.


Wil je meer weten over het lokale luchtbeleidsproces? Dit najaar brengt de Vlaamse Milieumaatschappij een handleiding uit, waarin we de verschillende stappen voor de opmaak van een lokaal luchtbeleidsplan toelichten. Daarmee zetten we lokale besturen op weg om een degelijk lokaal luchtbeleid uit te werken. Steden en gemeenten die meer willen weten over onze aanpak of onze tools willen testen, kunnen zich kandidaat stellen via het contactformulier op het platform Samen voor Zuivere Lucht (samenvoorzuiverelucht.eu).