Jan Schollaert en Deirdre Goossens, Stad Brussel
De Adolphe Maxlaan verbindt het Rogierplein met het voetgangersgebied in de vijfhoek. De laan vertoonde een overgedimensioneerde rijweg, zieke bomen in kleine boombakken, voetpaden in slechte staat en onaantrekkelijke handelszaken. De vernieuwing met brede, groene voetpaden, modern stadsmeubilair en een smallere rijweg aangelegd met nobele materialen, coherent met de voetgangerszone, zorgt voor een nieuwe dynamische link van het centrum met de Noordwijk.
Van een door auto gedomineerde omgeving naar een ontmoetingsplek
Met de heraanleg van de Adolphe Maxlaan en zijn zijstraten geeft de Stad Brussel een van de belangrijkste voetgangersroutes – die toegang geeft tot de grote economische, toeristische, recreatieve en culturele polen van het stadscentrum – een stevige update. Deze perimeter is een nieuwe schakel tussen de recent heraangelegde openbare ruimten. Op gewestelijk vlak werden zowel het Rogierplein vernieuwd als de Kleine Ring voorzien van afgescheiden fietspaden. Op gemeentelijk niveau zijn in samenwerking met Beliris de Nieuwstraat en de Centrale lanen grondig heraangelegd. Dit alles gebeurde binnen de nieuwe mobiliteitsvisie van de Stad Brussel en maakt dat de harde grenzen vervagen. De Stad wordt zo een leefbare plek waar mensen elkaar ontmoeten.
Zoals op vele plaatsen in Brussel was het toenmalig profiel van de laan ontworpen in functie van het gemotoriseerd verkeer. De laan die na de bouw van de ondergrondse premetro in 1976 werd aangelegd, telde tot ongeveer tien jaar geleden nog vier rijstroken, twee in elke richting. Voorafgaand aan de heraanleg was de laan een eenrichtingsvak naar de Kruidtuinlaan toe, met gemarkeerde fietspaden langs beide zijden. Het gebruik van de auto bleef de hoofdrol behouden en er waren in totaal 107 parkeerplaatsen. Al die tijd bleef de inrichting met een brede asfaltrijweg onveranderd. Fietsers hadden er een gemarkeerd fietspad, maar de breedte nodigde het gemotoriseerd verkeer uit tot ongepaste snelheden en dubbelparkeren. De zijstraten waren ook niet meer conform de huidige GSV-normen. Door de verouderde aanleg en leegstaande gebouwen gaven de straten een verloederde indruk en waren ze een toonbeeld van gebrek aan sociale controle en hygiëneproblemen.
Flaneren en verpozen langsheen de groenzones en de architecturale gebouwen
Alle niveauverschillen verdwijnen en door het invoeren van een woonerf en het schrappen van het merendeel van de parkeerplaatsen (van 107 naar 30) verdwijnt de gejaagdheid die de laan voorheen had. De groenzones – waar hoogstambomen, meerstammigen en vaste planten in volle grond aangeplant werden – zijn een buffer tussen de flaneerstroken en de rijweg. Tussen deze groenzones werden verschillende functies gehuisvest, zoals parkeren, horecaterrassen, fietsdeelstation, ondergrondse glascontainers en zitmogelijkheden. Hierdoor houdt de stad de flaneerstroken breed en obstakelvrij voor de voetganger. Het invoeren van een laanbeplanting vormt een structurerend element en zet samen met de loungeschommels de architecturale gebouwen in de verf.
Inzetten op multimodale vervoerswijzen
De stedelijke ruimte werd aantrekkelijker en overzichtelijker gemaakt voor de actieve mobiliteit. Er kwam zo een boeiend kader voor het bezoeken van het stadscentrum, zowel voor bewoners als voor andere bezoekers. Het houdt rekening met de nieuwe gewenste werkingen door de inplanting van verschillende elementen, zoals fietsbeugels, fietsdeelstations en 30 parkeerplaatsen die multimodaal inzetbaar zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor leveringen, door toeristische bussen, taxi’s, pmb’s en voor bewoners om hun boodschappen uit te laden.
Lounge schommels als artistieke invulling voor de Adolphe Maxlaan
Om de laan – die zich als voetgangersboulevard in GOOD-MOVE omschrijft – te onderscheiden van een gewone voetgangersverbinding, diende ze aan meervoudige verwachtingen voor voetgangers te voldoen. Regelmatige zitmogelijkheden en artistieke ingrepen zijn twee elementen. Twee van deze GOOD-MOVE-verwachtingen worden in een element gegoten door op maat gemaakte loungeschommels in de zone te voorzien. Met een lichte wiegbeweging creĂ«ert dit stadsmeubilair een rustig ontspanningsgevoel
Het inplanten van deze elementen in de openbare ruimte geeft de gebruiker een ander perspectief en andere zichtpunten. Zo is het een aangename manier voor jong en oud om elkaar te ontmoeten en naar de architecturale parels te kijken die de laan huisvesten.
De doorlaatbaarheid verhogen en hittestress aanpakken
Het regenwater wordt op verschillende manieren in de bodem natuurlijk geïnfiltreerd. Enerzijds door het ontharden van 1300m², anderzijds vloeit het water van de voetpaden natuurlijk af naar de groenzones. Tenslotte werd er een pilootproject opgestart dat het regenwater van enkele daken in beheer van de Stad Brussel, via een ondergrondse regenwatercitern opvangt en koppelt aan het automatisch bevloeiingssysteem.
De straten tussen de Adolphe Max- en Emile Jacqmainlaan
De Mechelsestraat, die deel uitmaakt van een Gewestelijke Fietsroute, werd in hetzelfde materiaal aangelegd als in de Nieuwstraat (Portugese graniet) om zo een visuele continuĂŻteit te bereiken. Om het geheel coherent te maken, werden ook de Sint-Pietersstraat en de Bruidsstraat in graniet uitgevoerd. De Nieuwbrug en Finisterraestraat werden heraangelegd in blauwe hardsteen om een samenhang te vormen met de Sint-Michielsstraat. Omwille van logistiek van de culturele actoren en de vele ondergrondse nutsmaatschappijen werd waar mogelijk onthard en in volle grond aangeplant. Door deze groenzones en stadsmeubilair vormen de straten een aangename verbindingsweg voor diegenen die de drukkere assen willen vermijden.