De stad Antwerpen heeft de massieve Krugerbrug in Hoboken vervangen door een nieuwe fiets- en voetgangersbrug over spoorlijn 52 (Puurs-Antwerpen). Ze is een schakel in een hoogkwalitatief fietsnetwerk ten zuiden van de stad. De brug ligt ten noorden van het district Hoboken en verbindt de woonkernen Hoboken centrum en noord met de Hobokense Polder, het in ontwikkeling zijnde Blue Gate en verderop de Schelde en het stadscentrum.
[restricted]
De Krugerbrug en de Zuidwegbrug die er dwars op aantakt, zijn opgenomen in een aaneengesloten parklandschap met enkele herkenbare architecturale ingrepen. Om de impact van de ‘harde’ bebouwde elementen te minimaliseren is gewerkt met groene landhoofden. De bruggen zijn een architecturale verbijzondering in het landschap. De landschapselementen zijn in de toekomst aanpasbaar naargelang de ontwikkelingen. De toegangshelling van de Krugerbrug loopt als het ware door het Polderlandschap. Langs het grondlichaam van de brug is grenzend aan het project Blue Gate de bestaande gracht vervangen door een grootschalige waterbuffer. Hierdoor is de totale buffercapaciteit in dit watergevoelige gebied verhoogd en tevens ingezet voor het creëren van een aantrekkelijk natuurbeeld. Met een bijkomende faunapassage ter hoogte van de Leigracht wordt deze zone eveneens waardevol habitatgebied voor diverse fauna.
Twee hoofdroutes
Op de locatie van de brug kruisen twee hoofdroutes voor fietsers elkaar, namelijk de fietsostrade Hemiksem-Hoboken-Antwerpen en de districtenroute op de as Krugerstraat-Naftaweg. De nieuwe fietsbrug is een schakel die de fietsostrade komende van Hemiksem op een comfortabele wijze laat aansluiten op de districtenroute. Voor de inpassing van de verschillende verkeersstromen is rekening gehouden met de hiërarchie van de verschillende bewegingen. Hierbij werd een vloeiende lijnvoering gehanteerd voor de doorgaande functionele fietswegen.
Twee bruggen
De Krugerbrug bestaat uit een zwevend gedeelte en twee aanlandingen en is een 57,5 m lange isostatische balkbrug met een structurele borstwering. Dankzij de uitstekende neus van de twee landhoofden is de te overspannen afstand verminderd. De balkbrug heeft een dwarsdoorsnede bestaande uit een brugdekkoker en twee randbalken met een structurele hoogte. De randbalken hellen lichtjes naar buiten om een open gevoel te creëren en dienen ook als borstwering boven de spoorweg. Aan de uitstekende intermediaire flens van deze randbalken is de handgreep met ingebouwde verlichting bevestigd. De variërende hoogte van de brug, die maximaal 2,2 m bedraagt, is een resultaat van de krachten die erop werken. De gesloten structurele borstwering is een ontwerpkeuze die voortkomt uit de strikte ontwerpeisen van Infrabel voor bruggen over spoorwegen. Het gebruik van weervast staal, dat geen onderhoud vereist, is een grote troef voor een brug boven de spoorweg. Om de duurzaamheid te vergroten, is de binnenzijde van de oude wegbrug die gemakkelijk toegankelijk is voor onderhoud, geconserveerd.
Voor de Zuidwegbrug is hetzelfde ontwerpprincipe gebruikt, maar toegepast op een overspanning van 20 m. Dit resulteert in randbalken met een structurele hoogte van 1,65 m. Het gebruikte materiaal, het conserveren van de binnenzijden en het verlichtingsprincipe zijn identiek aan die van de Krugerbrug.
Beleving
Alle mogelijke trajecten doorheen het bruglandschap vormen een opeenvolging van diverse belevingsvormen. Op het landhoofd ter hoogte van Lage Weg en aan de doorsteek aan de Schroeilaan zorgen de bomen voor een tunneleffect. Ter hoogte van de kruisingen staat een open beeld voorop in functie van zichten en zichtbaarheid. Ter hoogte van het Jef Van Lindenfietspad en Blue Gate zorgen grote solitaire bomen voor een aantrekkelijke toegangspoort. De centrale doortocht op de brug over het spoor is een unieke beleving.
[/restricted]