Tuinen van Stene, Oostende
{"slide_to_show":"1","slide_to_scroll":"1","autoplay":"true","autoplay_speed":"3000","fade":"false","speed":"300","arrows":"true","dots":"true","loop":"true","nav_slide_column":5,"rtl":"false"}

Tuinen van Stene, Oostende

De Tuinen van Stene is een van de belangrijkste nieuwe parken van Oostende: een multifunctioneel landbouwpark dat ruimte biedt aan stedelijke landbouw, waterberging, natuurontwikkeling en recreatief medegebruik. Het project leidde tot de ontwikkeling van een nieuwe publieke cultuur in Oostende, gericht op hernieuwde sociaal-economische en culturele relaties tussen stad en landschap.   

De Tuinen van Stene waren lange tijd vergeten. Het unieke landschap van kleinschalige graslanden, waterlopen en microreliëf lag lange tijd verscholen tussen de baanwinkels aan de Torhoutsesteenweg, de grootschalige polders van Snaaskerke, het polderdorp Stene en de 20ste-eeuwse stadsuitbreidingen van Oostende met de school het Sint-Andreas Instituut. Een superpositie van landschappelijke en stedelijke fragmenten die geen relatie hadden met elkaar. Met het project wilde de Stad Oostende het gebied een nieuwe betekenis geven.

Vier projectonderdelen

Het idee voor de Tuinen van Stene kreeg vorm in het Masterplan Groen Lint. Dat is een 35 kilometer lange fietsroute rond Oostende als een nieuwe randstedelijke publieke ruimte, die een serie van productieve landschapsparken activeert. Dit idee werd verder uitgewerkt in het Pilootproject Productief Landschap (PPPL), dat resulteerde in een ontwikkelingskader en een kaderplan waarin zowel de programmatorische als ruimtelijke randvoorwaarden werden vastgelegd. Concreet heeft dit geleid tot vier projectonderdelen: de Poldertuin, het Waterweidelandschap, de Testakker en het Voedselplatform.

De Poldertuin, de Testakker en het Waterweidelandschap zijn gerealiseerd op de gronden van de Stad Oostende (zestien hectare). Het uitvoeringsontwerp is opgemaakt vanuit een elementaire benadering waarin enerzijds karakteristieken van het landschap zijn versterkt en anderzijds minimale punctuele interventies zijn toegevoegd. De interventies zijn precies in positionering en materialiteit waardoor ze bijdragen aan de ervaring van het omliggende landschap en openstaan voor interpretatie en gebruik.

Groenten en weiland

De Poldertuin en de Testakker zijn ontwikkeld op de hoger gelegen gronden in het gebied. Ze vormen een semipublieke ruimte waar via Community Supported Agriculture (CSA) groenten worden geteeld. Aan de kop van de teeltvelden faciliteren lineaire strips met picknicktafels, betonnen werktafels, fietsenstallingen, kruiwagens… het gebruik van de velden. De ‘samentuin’ is een meer sociaal-educatief onderdeel van de Poldertuin. Een nieuwe grachtenstructuur omringt de Poldertuin. Ze vormt een overgang tussen publieke en semipublieke ruimte en vergroot het waterbergend vermogen van de site. Er is voorzien in een wachtleiding voor afgekoppeld hemelwater vanuit Stene Dorp, om stedelijk hemelwater te ‘oogsten’ en de grachten aan te vullen in droge periodes.

Het Waterweidelandschap is gesitueerd op de lager gelegen gronden, die zijn omgeven door grachten waarvan de oevers zijn verflauwd in functie van het vergroten van het waterbergend vermogen en het ecologisch potentieel. Balkstuwen in de grachten maken het waterpeil in het gebied beter controleerbaar. In enkele weilanden zijn laantjes hersteld. Dit microreliëf draagt bij aan het creëren van nat-droog gradiënten wat potenties biedt voor een biodiverse graslandontwikkeling. De graslanden worden ecologisch begraasd door schapen. Doorheen het Waterweidelandschap loopt een informele wandelroute. Ze is ook toegankelijk voor landbouwvoertuigen die, via een nieuwe brug over het Provinciegeleed, het gebied vanaf de Schorredijk kunnen betreden.

Nieuwe dynamieken

Het Groen Lint is een publieke ruimte in de rand van het gebied en versterkt de ruimtelijke en functionele relaties tussen de Tuinen van Stene en de context. Langsheen de fietsroute dragen punctuele interventies bij aan de beleving van de site. Een platform in hout en beton is een rustpunt met uitzicht over de lager gelegen graslanden en de laantjes. Een pergola in staal en begroeid met klimfruit, doet dienst als ontmoetingsplek en buitenklas voor de leerlingen van het Sint-Andreas Instituut. Houten balustrades met witte deklatten zijn een terugkerend element in de Tuinen van Stene. Ze zijn bakens in het open landschap en begeleiden de recreant door het gebied.

De impact van de Tuinen van Stene is groot. Niet alleen heeft de Stad Oostende een nieuwe parktypologie ontwikkeld, het project is ook een katalysator voor nieuwe dynamieken. Rond de site worden hoeves herontwikkeld en op schaal van Oostende draagt de voedselstrategie bij aan een nieuwe relatie tussen stad en ommeland.