Van de Romeinen en de ridders

Van de Romeinen en de ridders

Juul Adriaens, Vlaamse Landmaatschappij

Wat onder onze Vlaamse velden steekt, weten we niet altijd. Af en toe vinden we enkele sporen terug van wat er zich ooit afspeelde. Vaak blijft het daarbij. Soms biedt er zich een mogelijkheid aan om passanten een stukje mee de geschiedenis in te trekken door verwijzingen ernaar in het landschap. Naar ridders en Romeinen, bijvoorbeeld…

Wanneer je over de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) spreekt, dan kom je al heel snel uit bij de inrichting van de open ruimte. Daarvoor heeft ze de beschikking over instrumenten, zoals landinrichting, natuurinrichting, ruilverkaveling of enkele andere, kleinere. Het zijn tools die ons in staat stellen de Vlaamse open ruimte zo goed mogelijk in te richten met oog voor haar vele gebruikers. De grote projecten – die na een uitgebreide ronde studiewerk van start gaan – resulteren in een robuust landschap dat klaar is voor de komende uitdagingen, zoals het veranderende klimaat. Maar wanneer zo’n project van de tekentafel rolt, is er ook onderzoek gedaan naar extra kansen die uit de inrichting kunnen ontstaan. Recreatie is daar een mooi voorbeeld van: een natuurgebied kan bijvoorbeeld zo worden ingericht dat ook bezoekers er zich welkom voelen en kunnen genieten van de helende kracht van rust, planten en dieren.

Een ander aspect dat meer en meer naar boven komt uit de studieronde, zijn archeologische vondsten in het gebied dat onder handen wordt genomen. De VLM heeft enkele archeologen in dienst die onderzoeken welke historische waarde een gebied heeft en welke opportuniteiten er verborgen zijn. Er komen zo geregeld archeologische pareltjes uit de ondergrond te voorschijn. Ze zijn vaak verborgen en leven enkel voort in verhalen. Soms worden ze bij toeval ontdekt, meestal valt er nog weinig van te zien. Het is een uitdaging om dat stukje geschiedenis opnieuw tot leven te brengen en het een plaats te geven in het landschap. Daarbij komen onze inrichtingsinstrumenten goed van pas. Dat brengt ons bij het verhaal van de Romeinen en de ridders…

De Romeinen van Tienen

In 2001 start – na enkele jaren onderzoek – de Ruilverkaveling Willebringen op. Dat project moet de eigendomsstructuur van de versnipperde percelen in de streek rond Tienen en Hoegaarden sterk verbeteren. Tegelijkertijd worden er middelen ingezet om de wegeninfrastructuur te optimaliseren. Wandel- en fietspaden brengen recreatie onder de aandacht. In de perimeter van de Ruilverkaveling zitten echter ook enkele pareltjes verborgen, die niet heel erg bekend waren. Zo kreeg het oude, militaire vliegveld van Honsem terug een plaats in het landschapsbeeld. Het was door de jaren heen omgeploegd en niet meer herkenbaar. Een spookvliegtuig als landmark maakt er voortaan de bezoekers attent op.

Tijdens de voorbereidingen voor het project, stuitten de VLM-archeologen op een onderzoek dat archeologen in Kumtich uitvoerden in 1981. Een landbouwer vond daar destijds verschillende potscherven bij het bewerken van zijn veld. Een kleinschalig proefsleuvenonderzoek toonde aan dat onder het oppervlak de grondvesten van een Romeinse villa met badhuis zaten. De site kreeg de naam Mellenberg. Na de vaststelling verdween de villa uit het oog. En de boer…die ploegde voort.

De verdere bewerking van de akker boven het badhuis zou op langere termijn nefast zijn voor de relicten. De continue verstoring van de bodem en de erosie die ermee gepaard gaat, zijn het probleem. De Ruilverkaveling vond een oplossing om de villa onder de aandacht te brengen en te conserveren. Na de nodige bijkomende onderzoeken, bleek de site van dermate belang dat binnen de Ruilverkaveling het landgebruik kon omgewisseld worden van akkerland naar permanent grasland. De betrokken landbouwer kreeg er compensatie voor. Hiermee bereikte de VLM de bescherming van de site en zette ze de verstoring van de bodem stop.

In een tweede fase dacht men na over hoe dit stukje Belgische geschiedenis ontsloten kon worden voor het grotere publiek. Het concept land art was hiervoor ideaal. Het is een monument dat de plaats in het landschap aanduidt waar een verhaal aan vasthangt. Voor de site werd gekozen om het hypocaustum – het verwarmingssysteem van het badhuis – te symboliseren door verschillende pijlers uit de grond te laten rijzen. Ze zijn een verwijzing naar de verticale ondergrondse pijlertjes, waarlangs vroeger de verhitte lucht circuleerde. Het kunstwerk werd in 2022 voorgesteld, sinds 2023 beschermt permanent grasland de ondergrond.

Moderne technologie is een extra troef bij de Villa Mellenberg. Een app leidt de bezoeker virtueel via een fly-through-video door het badhuis en geeft zo een 3D-beleving van de centrale verwarming. De applicatie laat de bezoeker het badhuis virtueel opbouwen en informatie verzamelen over de constructie en de functie van de verschillende ruimtes in het gebouw. Conservering van de ondergrond gaat hier samen met een educatief aspect voor de bezoekers.

De ridders van Assebroek

In 1873 komt er een modern tramspoor tussen Assebroek en Oedelem. Dat gebeurde wel meer in die tijd, maar de aanleg van de bedding voor dit traject sneed destijds een archeologische site middendoor. Hierdoor verdween de samenhang van het terrein. Pas halfweg de twintigste eeuw ontdekten archeologen – bij het opmaken van bodemkaarten – vier grote concentrische cirkels in het meersenlandschap rond Assebroek. De ontdekking was een mysterie. Was het een Stonehenge-achtige structuur, een Keltische of Karolingische versterking of een middeleeuws kasteel?

Wanneer in 2009 het landinrichtingsplan Groene Fietsgordel Brugge wordt geschreven, voeren archeologen tegelijk een uitgebreid onderzoek uit. De site in Assebroek blijkt een middeleeuws kasteel. Dit kasteel bestond uit een combinatie van vier monumentale circulaire grachten en wallen, met centraal een bakstenen structuur. De buitenste gracht heeft een diameter van ongeveer 300 meter en een breedte van vijf meter. De binnenste gracht heeft een diameter van 100 meter en is ongeveer 25 meter breed. Deze verbreding leidt tot een soort optisch effect, waardoor de structuur nog groter lijkt. Monumentale architectuur dus, voornamelijk om het prestige te vergroten van de bewoners. Deze structuur was eigenlijk het opperhof van de heren van Assebroek, die naam en faam ontleenden aan de veenontginningen uit de streek. De heren of ridders bewoonden dit opperhof meestal niet. Daarvoor bestond er ook nog het neerhof, waaruit en waarrond later Assebroek ontstond. In de 15e eeuw kwam het kasteel in verval, nadat de bezittingen van de ridders van Assebroek in handen kwamen van andere families en de veenontginning aan belang inboette. Het kasteel verdween in de ondergrond en in de vergetelheid.

Het landinrichtingsproject – dat vanaf 2009 opstartte – had als doel het herstel van de vochtige hooilanden en dotterbloemgraslanden in de omgeving van het kasteel. Aan dit natuurdoel konden extra werken verbonden worden. Deze werken zijn nu volop in uitvoering (2022-2024). Het blijft evenwel heel voorzichtig werken door de bescherming voor natuur, landschap en archeologie in dit gevoelige gebied.

De aanwezigheid van het oude kasteel vormde de aanzet voor de recreatieve ontsluiting van het gebied. Door de structuur van de concentrische grachten opnieuw in het landschapsbeeld te brengen, ervaren bezoekers nu hoe het kasteel in de middeleeuwen het landschap bepaalde. Op de plaats van het oorspronkelijke kasteel verrijst nu een uitkijkpunt, wat bijdraagt aan de beleving van de historische plek. De beschermde archeologische resten primeerden in het ontwerp, wat leidde tot een zeer zachte inrichting. Doel hiervan is het monumentale gevoel zoveel mogelijk te herstellen en dat zonder archeologische resten te beschadigen.

Recentere toevoegingen – onder andere afwateringsstructuren, perceelsopritten en hekwerk – werden wel verwijderd. De toegang tot de centrale plaats is langs de inmiddels verdwenen trambedding. De landinrichting voorzag verder in een verbeterde hydrologie, zodat de grachten terug watervoerend werden. De hedendaagse bezoeker kan zich nu ook even ridder van Assebroek wanen, als hij vanop het uitkijkpunt over de beschermingsgrachten kijkt.

De ondergrond naar boven

We toonden met twee voorbeelden aan dat een landschap vaak veel te verbergen heeft. Wat in de ondergrond zit, kan een mooi startpunt zijn bij het ontwikkelen van het landschap erboven. Daarvoor is echter onderzoek nodig, een taak bij uitstek voor archeologen. Zowel met desktopstudie als met bijvoorbeeld proefsleuvenonderzoek kan veel naar boven komen. Gebruik van deze tot de verbeelding sprekende structuren, maakt mee het verhaal van een site en helpt het een plek te veroveren in het hedendaagse landschap. Op meerdere vlakken een win-win dus: het zorgt voor bewustwording, het versterkt de streekidentiteit en de omgevingskwaliteit bij de bezoeker en consolideert een historische site voor de toekomst.

Meer informatie

https://publicaties.vlaanderen.be/view-file/32183
QR: https://archeoregio.be/villaMellenberg/

Een app en video nemen je mee in een 3D-wereld die laat zien hoe het hypocaustum er destijds uitzag.